Nieuw: klik op de kleine foto's om de fotoserie met grote foto's te openen!
Print dit verslag

Dag 3: Pisco - Nasca (zaterdag 29 april 2006)

Vandaag is het weer vroeg dag. Het is nog even wennen aan de nieuwe tijdszone. Om 6.00 uur zijn we opgestaan, om 7.00 uur ontbijt in het restaurantje naast het hotel. Om 7.45 uur vertrekt de bus vanaf het hotel. We starten vandaag met een boottocht (20 personen in een speedboot met meer dan 300 pk) naar de Ballestas eilanden. Deze eilanden liggen op een klein half uurtje varen van Pisco. De eilanden worden ook wel de "Peruaanse Galapagos" of de "Galapagos van de armen" genoemd. Onze locale gids heet Ricardo. Als hij hoort dat we uit Ollanda komen blijkt hij een woordje Nederlands te spreken namelijk "droppies". Als hij enkele dropjes krijgt aangeboden blijkt hij ze zelfs lekker te vinden. Hij vertelt dat hij het wel heeft moeten leren eten omdat hij de eerste dropjes niet te eten vond.

Eerst varen we langs de Candelabro, een tekening in de vorm van een kandelaar op een helling die uitkijkt over de baai. Dit is één van de magische figuren in Peru waarvan men nog steeds niet precies weet wat het is en waarvoor het heeft gediend. Sommige wetenschappers brengen de tekening in verband met het Zuiderkruis. Volgens anderen is het een gestileerde weergave van een cactus: een machtssymbool uit de Chavin-cultuur, die meer naar het noorden tot bloei kwam, maar waarvan de invloed tot ver buiten het machtscentrum reikte. De met de cactus in verband gebrachte magie had te maken met de hallucinogene werking en het gebruik daarvan door hogepriesters in oude inheemse culturen. Het figuur is in de zandige kustbodem gekerfd, is 50 meter lang en was vroeger enkele meters diep maar nu nog maar 10 tot 60 cm diep. Aangezien het hier bijna nooit regent is het figuur nog steeds zichtbaar.

Op weg naar de eilanden vliegen er al tienduizenden vogels net boven het wateroppervlakte langs de boot. Je zou de fauna van de Islas Ballestas normaal gesproken in veel koudere gebieden in de buurt van de pool verwachten, maar de koude Humboldtgolfstroom - die aan de Peruaanse kust naar de oppervlakte gestuwd wordt - maakt dit fenomeen op maar 1500 kilometer ten zuiden van de evenaar mogelijk. Als we de Ballestas eilanden naderen horen we van verre het geblaf van de zeehonden. De onmiskenbaar zure geur van de Guano (vogelpoep) prikt in onze neus. Nieuwsgierige robben zwemmen rond de boot, brullende zeeleeuwen benutten de akoestiek van de rotsgewelven en de Humboldt pinguïns waggelend onhandig en allerminst elegant over de klippen. Om verstoring van het dierenleven tegen te gaan mogen de toeristen de eilanden niet betreden. De boot vaart dicht genoeg langs de eilanden om de dieren goed te kunnen zien en te fotograferen.

Hoewel de eilanden onder natuurbescherming vallen, zien we op één van de kleine onbewoonde eilanden een spookachtig aandoende guanofabriek compleet met laadperrons. Peru exporteert jaarlijks 20.000 ton meststof van vogelmest (Guano) van de rotseilanden naar de hele wereld. De Guano ruik je van ver: wat een stank. Eens in de 7 jaar wordt door honderden arbeiders de Guano van het eiland "geschraapt". Na een uurtje te hebben genoten van alle wilde dieren op de eilanden vaart de boot terug naar de haven. Net voordat we in de haven arriveren, duiken er nog een paar dolfijnen enkele malen boven het water uit (helaas op een flinke afstand) . De kapitein wil niet terug varen omdat de volgende groep al op de kade staat te wachten.

In de haven drinken we in het zonnetje, op het terras, een frisdrankje terwijl een rastaman een muzikale show geeft. Zittend en trommelend op een houten kist. Er lopen veel verkopertjes rond met kralenkettingen, schelpen en chocolade. We stappen weer in de bus voor een tocht naar Ica waar de lunch wordt gebruikt en waar we spectaculair zullen afdalen.
klik hier
voor de
rastaclip

(3 mb)



Onderweg maken we nog een stop bij een bodega. Een jonge jongen vertelt alles over het pers- destilleerproces. Pisco is een sterke drank die wordt gedestilleerd uit druiven en is de nationale drank van Peru. De Peruaanse Pisco wordt gemaakt van de Quebranta- of Italiadruif. Tijdens het destillatieproces wordt er geen andere substantie toegevoegd. De likeur vormt de basis voor een bekende cocktail, de pisco sour, waarin het drankje wordt gemixt met citroensap, eiwit en suikerstroop, waarna een scheutje angostura (een bitter) wordt toegevoegd.

Het woord pisco is afkomstig uit het Quechua, waar het de naam van een vogel is (pisku, phishgo, pichiu of pisccu, in het moderne quechua-alfabet: pisqu'). De vallei waar deze vogel veel voorkwam is tegenwoordig de Pisco-vallei in Peru. De bewoners van deze vallei werden piskos (enkelvoud: pisko) genoemd. De piskos waren goede pottenbakkers en ze maakten onder andere potten waarin drank werd opgeslagen. Uiteindelijk kreeg de drank in de potten dezelfde naam als de potten en hun makers: Pisco.

De lunch gebruiken we in Ica, een grote stad met 175.000 inwoners. Het plaatsje ligt in de oase van een uitgestrekt duinengebied op 400 meter boven de zeespiegel. Voor de sportieve waaghalzen is het mogelijk om met Buggy door de steile zandduinen te scheuren (helaas met chauffeur). Tijdens deze tocht is het ook mogelijk om te zandsurfen.



Zandboarden op de zandduinen

De buggy kan 6 mensen meenemen die in kuipstoeltjes met een driepuntsgordel worden vastgesnoerd. De Buggy heeft een motor met 180 pk. De chauffeur scheurt met hoge snelheid de steile duinen af en weer op. Sommige hellingen zijn meer dan 60% steil. Bij een hoog duin stoppen we. De durfals kunnen met een zelfgemaakt zandboard de duin afglijden. Sommige groepsleden gaan op hun buik op het zandboard liggen. Leo besluit het staand te proberen. Het board wordt gewaxed. De bindingen bestaan uit klittenbanden. Het eerste gedeelte van de helling gaat goed. Een bochtje draaien valt echter niet mee. Leo gaat dan ook onderuit. Het zeer fijne zand zit werkelijk overal; van zijn schoenen tot aan zijn haar en in zijn oren.


De buggy komt ons onder aan de helling halen om verder te crossen. Het is erg spectaculair. De chauffeurs hebben schijnbaar vertrouwen gekregen in onze afdaalkunsten want bij een erg steile en lange helling stoppen ze voor nog een afdaling. Leo gaat weer staand naar beneden maar helaas weer niet zonder te vallen. Eén van de groepsleden (Jan) komt wel erg hard naar beneden. Hij gaat bijna door de geluidsbarrière.
De buggy's scheuren verder door en over de duinen. Er wordt gestopt voor de derde afdaling. Leo besluit dit keer ook op zijn buik op het board te gaan liggen. Onderaan het duin is het een beetje hobbelig. Deze afdaling is dan ook beter geschikt voor dames dan voor heren. Jan komt wederom erg hard naar beneden. Leo kan nog net op tijd wegspringen maar heeft geen tijd meer om zijn zandboard op te pakken. Jan klapt met zijn board hard tegen Leo's board. Gelukkig blijkt de schade beperkt tot een "stoere" schaafwond. De laatste stop is bij een hele mooie oase, de Laguna de Huacachina. Het is indrukwekkend om te zien dat er in deze hoge zandduinen opeens vele bomen en struiken groeien.



De oase Huacachina

We vervolgen onze reis naar Nasca. Deze rit duurt circa 3,5 uur en voert een gedeelte door de bergen. Ook hier groeien geen bomen en struiken. Mensen wonen langs de route in armoedige huisjes. Hoe ze hier kunnen leven en rond kunnen komen is ons een raadsel. Midden in de woestijn staan simpele rieten hutjes. Volgens de chauffeur wordt hier illegale benzine verkocht, die tankautochauffeurs die de pompstations bevoorraden verkopen. Het is inmiddels donker als we in Nasca aankomen. We verblijven in een relatief groot hotel. Het is een erg mooi hotel met ruime kamers. Casa Andina beschikt zelfs over een zwembad. 's Avonds eten we met bijna de hele groep in een plaatselijk restaurant waar natuurlijk weer live muziek is. Morgen gaan we een rondvlucht maken over de mysterieuze Nasca-lijnen.

In Nasca bevindt zich één van de grootste mysteries van Zuid Amerika: de Nascalijnen. Over een gebied van 500 vierkante kilometer zijn deels kaarsrechte, smalle en brede lijnen, deels figuren van dieren in de grond ingekerfd. Sommige afbeeldingen zijn wel 200 meter groot. De lijnen en afbeeldingen zijn vanaf de grond niet goed te zien. Het is nog steeds onbekend waar deze tekeningen voor dienen en hoe men deze lijnen op de grond hebben kunnen maken zonder dat men overzicht had vanuit de lucht. Wie ze heeft getekend is niet bekend, noch wat het doel is: een astronomische kalender? Zomaar tekeningen? Religieuze afbeeldingen? Maria Rieche, een Duitse vrouw, heeft vele jaren van haar leven besteed aan het onderzoeken van deze mysterieuze lijnen. Er zijn zelfs wetenschappers die de lijnen in verband brengen met buitenaards leven. Erich von Däniken schreef ooit een boekje waarin hij probeert aan te tonen dat de afbeeldingen zijn gemaakt door kosmonauten: "Waren de goden kosmonauten?". De lijnen zijn dan landingsbanen voor de ruimteschepen. Ja ja......

Dag 4: Nasca (zondag 30 april 2006)

's Morgens bezoeken we op 28 km afstand van Nasca de begraafplaats Cementerio de Chauchilla. Hier zijn de restanten te zien van beschavingen die hier ver voor de Inca’s leefden. Op deze zeer oude begraafplaats Chauchilla liggen 1000 jaar oude botten, schedels, zelfs hele mummies, doeken en flarden kleding evenals scherven van keramische potten. Doordat de meeste graven met bruut geweld zijn leeggeroofd, ligt de inhoud zichtbaar verspreid in het woestijnzand. De huaqueros hebben alle waardevolle grafgiften al lang geleden ontvreemd en de meeste graven in chaos achtergelaten. Alleen door hun oneerbiedige en misdadige speurtocht naar goud en sieraden zijn de stoffelijke resten uit de graven aan het daglicht gekomen. De rust van de doden is voor altijd voorbij en volgens het geloof van de vroege Nasca's daarmee ook de wedergeboorte van de gestorvenen. Die kon alleen dan plaatsvinden als het hele lichaam in stand bleef. Bovendien moest een priester de ingewanden uit het lijk halen, het lichaam mummificeren en kostbare doeken en sierraden bij de dode leggen.

.


Een mummies in Chauchilla

Enkele graven zijn gerestaureerd en er zijn mummies in geplaatst. In dit gebied regent het zelden. Echter 5 jaar geleden heeft het door El Nino enkele dagen geregend waarbij sommige graven zijn beschadigd. Ze hebben daarom afdakjes gemaakt boven de gerestaureerde graven. Hierna heeft het niet meer geregend.

Een locale gids vertelt dat er in de omgeving 126 van deze begraafplaatsen zijn ontdekt. De mensen leefden langs de rivier op de vruchtbare gronden. De graven zijn gemaakt in het eerste gedeelte zand naast deze groene vegetatie. Sommige schedels van de mummies zijn misvormd. Men heeft het vermoeden dat men bij baby's en kleine kinderen plankjes aan het hoofd bevestigde, zodat de schedels omhoog groeiden. Verder zijn er vele schedels ontdekt met ronde gaten. Waarom deze gaten er in werden geboord, is een raadsel. De mensen hebben nog wel doorgeleefd na deze operaties omdat in de gaten zich nieuw bot heeft gevormd. In een gebouwtje zien we nog twee gemummificeerde lijken van een vrouw en een kind. Deze mummies zijn intact, de handen, voeten en zelfs de gezichtsuitdrukking van de vrouw is nog goed te zien

Na het bezoek aan de mummiegraven rijden we terug naar Nasca voor enkele toeristische (commerciële) uitstapjes. Als eerste een demonstratie in een locale keramiek-/pottenmakerij. Met een mal wordt het eerste gedeelte van de kleipot gemaakt, waarna de handwerker de pot laagje voor laagje opbouwt. De meeste potjes zijn replica's van de eeuwen oude potten die in de graven zijn gevonden.

Hierna volgt er nog een bezoekje aan een mineraal- en gouddelvingswerkplaats. Hier krijgen we te zien en te horen hoe de mineralen en goud uit de mijnen vanuit de bergen worden gescheiden van het steen. In de mijnen wordt met zeer primitieve middelen de grond uitgehouwen. Dit puin wordt naar deze werkplaats gebracht alwaar het fijn wordt gemalen (op een hele creatieve en primitieve manier). Met kwik wordt het goud vervolgens gescheiden van de steenrestanten (modder). Op deze hele ongezonde manier haalt men 60% van het goud uit de stenen. Het restant van de modder is voor de eigenaar van de werkplaats. Hij haalt de andere 40% goud uit de modder (vraag me niet hoe).


In de middag is het tijd voor een rondvlucht in een klein sportvliegtuigje boven de mystieke Nasca-lijnen. Om 14.00 uur is het verzamelen op de luchthaven. Bij aankomst wordt er een documentaire van de BBC getoond over Peru. We worden verdeeld over meerdere kleine vliegtuigjes van 4 personen (inclusief de piloot) Het verhaal gaat dat er een tekort is (dreigt) aan brandstof en dat daarom de brandstof op rantsoen is. Elke vliegmaatschappij krijgt maar een beperkt aantal gallons per dag beschikbaar gesteld. Drie mensen van de groep vliegen daarom met een andere luchtvaartmaatschappij. Wij vertrekken als laatste. Het is te hopen dat we genoeg brandstof aan boord hebben om terug te keren. Het is te warm om in de zon te gaan zitten en zoeken een plekje op het terras in de schaduw.

 

Dan is het grote moment aangebroken. We mogen in het sportvliegtuigje op de achterbank plaatsnemen. Voor ons zit de piloot en een andere toerist. Als de piloot toestemming krijgt van de verkeerstoren, taxiën we naar de opstijgbaan. Vlak voor ons landt er nog een klein vliegtuigje. Vanuit de toren wordt het laatste weerbericht doorgegeven. Het is 32 graden Celsius.

De motoren gaan op volle kracht vooruit en na een flinke aanloop stijgt het vliegtuigje op. Dit voelen we direct in onze magen. De vliegtuigjes vliegen uit veiligheidsoverwegingen op diverse hoogten. We hebben het laagste niveau toebedeeld gekregen en vliegen op maar 100 meter hoogte. We hebben een stencil gekregen met het vluchtplan. Alle figuren staan erop getekend. Het is een paar minuten vliegen naar het eerste figuur. Het is goed te zien hoe droog het landschap is. Het vliegtuigje schommelt door de lucht en vliegt in een rechtse bocht naar het eerste figuur: een walvis. De piloot wijst de walvis aan terwijl hij het vliegtuigje helemaal schuin laat hangen zodat iedereen het goed kan zien. Het is even zoeken maar dan zien we de walvis duidelijk in de grond ingetekend.


een figuur vanuit de lucht

De Kolibrie
De piloot draait het vliegtuig zodat ook vanuit het linkerraam de walvis goed te zien is. Zo vliegen we van figuur naar figuur en zien onder andere een aap, een kolibrie (96 bij 66 meter groot), een astronaut (mens met uilenkop), een condor, twee grote handen en diverse pijlen. Van elk figuur weten we een foto te maken. We vliegen ook over de Pan American highway en zien duidelijk de 20 meter hoge uitkijktoren. De piloot laat het vliegtuigje zowel rechts als links behoorlijk scheef hangen om alle figuren duidelijk te showen. Na circa 30 minuten vliegt hij terug naar de luchthaven en zet het vliegtuigje weer veilig aan de grond.

Fotoserie 03 Ballestas eilanden
Fotoserie 04 Nasca mummies
Fotoseries 05 Nasca-lijnen

Index pagina alle foto's Peru

Peru achtergrond info
Volgend verslag