Dag 5 Nasca - Arequipa ( maandag 1 mei)
Print dit verslag

De kustweg

's Nachts schrikken we wakker van een (lichte) aardbeving. We liggen enkele seconden in bed te schudden maar vallen al snel weer in slaap. Na het ontbijtbuffet melden we ons om 6.30 uur bij de bus voor een 11 uur durende trip naar Arequipa. We rijden door de woestijn naar de woeste kust, waar het landschap na elke bocht weer verandert. De woestijn met de zandduinen en rotsachtige gebieden is erg kleurrijk. Op een gedeelte van de weg langs de kust is er maar één rijbaan geopend door het vele zand dat over de rijbaan is gewaaid. In deze droge regio is er in de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in irrigatieprojecten waarbij water van hoger gelegen gebieden wordt omgeleid naar de woestijnen. Hier worden verschillende soorten groenten verbouwd zoals tomaten, paprika's, asperges en aardappelen.

Halverwege de ochtend wordt de trip onderbroken voor een koffie en theestop aan de kust. Op de rotsen zitten gieren die verschrikt opvliegen. Beneden op de rotsen staat een man te vissen met een vislijn. Op het water wordt er gevist vanuit kleine bootjes. Regelmatig zijn er even zeeleeuwen zichtbaar die aan de opervlakte lucht komen happen.

Langs de kant van de weg vele herdenkingskruizen en hele kleine huisjes waar de verkeersslachtoffers worden herdacht. Op de weg is het opvallend rustig, op een enkele vrachtwagen en/of bus na, is er weinig verkeer. Opvallend zijn de vrachtwagens met Nederlandse bedrijfsnamen en opschriften en zelf nog hier en daar een Nederlands kenteken. De in Nederland afgeschreven vrachtwagens gaan in Peru nog jaren mee. De tweede stop is op het hoogste punt van een berg. Hier staat een kapelletje waar de chauffeurs stoppen voor een gebedje. Ze steken hier veelal een kaarsje aan voor een goede reis. Joke komt terug met een mensenschedel die ze heeft gevonden in het veld enkele tientallen meters van de weg. Het is niet te hopen dat het de opa is van man die naast het kapelletje een klein winkeltje heeft. Bij vertrek zet Joke de schedel bovenop op een muurtje naast de winkel.

Geert is druk aan het bellen om de lunch te regelen. Onderweg zijn er niet zoveel mogelijkheden voor een lunch, zeker niet voor een grote groep. Het beoogde restaurant is eigenlijk gesloten in verband met de 1 mei-viering maar gaat speciaal voor ons open. De menukaart in Peru is vaak afwisselend. Behalve sandwiches kan je altijd wel vlees en/of vis (met rijst of patat) bestellen . De Lomo Saltado (rijst met vlees) is vaak erg lekker. Tijdens de lunch wordt de groep al snel opgemerkt door de straatverkopers. De meeste zijn gekleed in kleurrijke kleding met aandoenlijke kinderen (goed voor de verkoop). Ze verkopen gebreide vingerpoppetjes voor 1 Sol per stuk. Om de locale economie te ondersteunen kopen we enkele vingerpoppetjes.

Na een lange en interessante route rijden we de laatste kilometers tot aan de oude koloniale stad Arequipa. De voorsteden van Arequipa zijn in de woestijn uit de grond gestampt. Het ziet er triest uit. Huizen die niet afgebouwd zijn, straten die niet zijn geasfalteerd, waardoor het een stoffige bedoeling is. Arequipa dankt zijn bijnaam de 'Witte Stad' aan de witte lavastenen van de Misti-vulkaan die in vele gebouwen zijn verwerkt. Deze vaak met sneeuw bedekte vulkaan torent hoog boven de stad uit. We verblijven drie nachten in deze zeer aangename stad.

Om 17.30 uur komen we aan bij het hotel Le Balcon. Het driesterrenhotel El Balcon ligt iets buiten het centrum in de wijk 'El Vallecito'. Het hotel is in koloniale stijl gebouwd en heeft aan de voorzijde een prachtig uit hout gesneden balkon. Het hotel is sfeervol ingericht met veel houten en kitsche attributen (zoals een opvallende hanglamp en oude Nederlandse meesters aan de muur). Na een verfrissende douche gaan we wandelend naar het Plaza de Armes. Dit plein wordt beschouwd als het mooiste plein van Peru. In en om de Plaza zijn diverse leuke restaurants, cafeetjes en winkeltjes. Aan dit plein staat ook de kathedraal. In 1621 is men gestart met de bouw. In 1844 is de kathedraal verwoest door een brand en hierna weer herbouwd. Op 23 juni 2001 is Arequipa getroffen door een zware aardbeving, waarbij de linkertoren is omgevallen en de rechtertoren werd beschadigd. De schade is inmiddels hersteld. 's Avonds zijn de mooie gebouwen aan de Plaza prachtig verlicht.

De meeste restaurants hebben een balkon op de eerste verdieping met uitzicht op het plein. We eten met een aantal groepsleden wederom heerlijk in een gezellige ambiance. Het is ons aangeraden om 's avond niet alleen over straat terug te lopen, maar een taxi te nemen. Nu we met een groep zijn, slaan we dit advies in de wind en lopen we terug naar het hotel. In de wijk waar het hotel staat, lopen en staan achter de bomen donker geklede mannen. Wat willen ze? Als we langs lopen, klinkt er een hard fluitsignaal. Even denken we dat dit het teken is dat we overvallen worden, maar niets is minder waar. De mannen blijken bewakers te zijn die door buurtgenoten ingehuurd worden. Met hun fluitjes geven ze aan de andere bewakers door dat er mensen aankomen, zodat ze de voorbijgangers in de gaten kunnen houden en eventueel kunnen beschermen. Overigens gaat het gefluit heel de nacht door. Waarschijnlijk willen de beveiligers aan de opdrachtgevers laten horen dat ze nog niet in slaap zijn gevallen.

Arequipa ligt op een hoogte van 2.380 m in een kurkdroge steenwoestenij. De bergachtige omgeving wordt bepaald door de 5.822 meter hoge El Misti, de 6.075 meter hoge vulkaan Chachani en de 5.669 meter hoge Picchu Picchu. De hoofdstad van het gelijknamige departement is met 900.000 inwoners één van de grootste steden in Peru en bovendien één van de meest bezienswaardige. Dit geldt alleen voor het oude stadscentrum, want de door voormalige plattelandsbewoners bewoonde krottenwijken zijn net zo triest als die in Lima. In Arequipa schijnt 360 dagen per jaar de zon te schijnen.

De witte tufsteen (sillar) die de drie imposante vulkanen gedurende duizenden jaren in het dal hebben geworpen, leverde lange tijd het bouwmateriaal voor de schitterende paleizen en kloosters en ook voor de van buiten bescheiden ogende, maar niet minder indrukwekkende woonhuizen. Arequipa heeft daarom in Peru de bijnaam La Ciudad lanca, de witte stad. Arequipa werd in 1540 (op Maria Hemelvaart) gesticht en viert die dag nog steeds met een één week durend feest, inclusief vuurwerk. Arequipa kent geen moderne hoogbouw en ondanks de talrijke aardbevingen in het verleden beschikt het over een zeer harmonisch stadsbeeld, waarbij onmiddellijk het grote aantal prachtige kerken en ruime kloostercomplexen opvalt.

Dag 6 - Arequipa (dinsdag 2 mei 2006)

Na het ontbijt in het hotel, vertrekken we naar het oude centrum. Bij de Santa Theresia kerk voelt Rosalie zich niet lekker worden. Met een taxi gaan we terug naar het hotel. Leo gaat met de taxi weer terug naar het centrum om met de groep het Santa Catalina klooster te bezoeken. De kleine taxi's kosten bijna niets. Een rit van het centrum naar het hotel en weer terug kost 5 sol (1,25 euro).

Het Santa Catalina klooster is een oud Katholiek klooster waar vroeger alleen de tweede dochters van hele rijke gezinnen naar toe gestuurd werden. Ze moesten er flink voor betalen (ongeveer een vergelijkbaar bedrag van wat nu 50.000 euro is). Ze kregen dan 4 jaar de tijd om als novice te leven en te proeven van het nonnen bestaan. Het ging om kloosternonnen, dus nonnen die enkel en alleen bidden om hun familie en omgeving naar de hemel te krijgen. Er was geen enkel contact met de buitenwereld. Omdat het zulke rijke nonnen betrof, kregen ze ieder een eigen 'appartement' binnen het klooster. Deze ruimtes zijn enorm. Daarbij kegen ze ook nog 3 bedienden. Op het hoogtepunt van het bestaan van dit klooster leefden er 175 nonnen. Dit betekent dat het complex was uitgegroeid tot een stad in een stad. Echt een prachtig complex met een indrukwekkende geschiedenis. Het klooster heeft vele fel beschilderde patio's, middeleeuwse nonnencellen en steegjes. Sommige kamers en kappeltjes zijn nog ingericht. Opvallend zijn de diverse patio's met de oven waarop vroeger werd gekookt. De entree bedraagt 25 sol. Binnen is het mogelijk om een gids te huren die je in ruim één uur rond leidt. Wie meer van dit klooster wil zien, kan terecht op http://www.santacatalina.org.pe

Aangezien Leo zich zorgen maakt over Rosalie, bekijkt hij in een recordtempo alle gebouwen, nisjes en kapelletjes. Met een taxi snel terug naar het hotel en gelukkig gaat het met Rosalie alweer beter. In Arequipa vliegen hele kleine steekvliegjes die een neus hebben voor onbedekte huid. Bijna iedereen van de groep is meerdere malen gestoken met name op de enkels en de onderbenen. Het resultaat is veel jeuk (die nog dagen aanhoudt) en benen die eruit zien alsof we de waterpokken hebben.

Het centrale plein

's Middag gaan we samen de stad in. In Museo Santuarios Andinos, het nieuwe museum van de katholieke universiteit, aan de Calle de la Merced 110, wordt een zeer bijzondere schat bewaard: een bevroren mummie van een jong meisjes uit de Incatijd. De vondst van Juanita, zoals het meisje gedoopt werd, wordt als één van de belangrijkste archeologische vondsten beschouwd in het Peru van de laatste jaren.

Juanita het mooie jonge meisje van de Ampato vulkaan werd ontdekt op 8 september 1995 door de Antropoloog Dr. Johan Reinhard, na meer dan 15 jaar onderzoek aan het "Santuarlos de Altura del Sur Andino" project, uitgevoerd in samenwerking met Dr. Jose Antonio Chavez. De Ampato vulkaan met een hoogte van 6.310 meter boven zeeniveau, beschermde dit prachtige meisje meer dan 500 jaar. Op het moment van haar overlijden was ze 13 of 14 jaar oud. Ze werd geofferd aan Apu-Ampato (de zonnegod) door Inca priesters en begraven in het eeuwig ijs van de vulkaan. Het meisje heeft waarschijnlijk geweten dat ze geofferd ging worden. De familie vond dit een eer. De wonderbaarlijk goed bewaard gebleven mummie wordt in een glazen vitrine tentoongesteld waar een temperatuur heerst van -20 graden Celcius. We hebben geluk want Juanita is gisteren terug gekomen van een tournee door de USA. Aangezien we niet mogen fotograferen heb ik de foto van Juanita van internet geplukt.

 


Juanita

's Avonds blijft Rosalie in het hotel en eet daar een bordje soep. Leo gaat met de groep eten in het restaurant Zig Zag. Tijdens het eten ontmoeten we de dochter (en haar vriend) van de groepsleden Bert en Harmien. De dochter studeert in Arequipa en haar vriend viert hier zijn vakantie. Leo eet een vleesgerecht met de naam Triologie. Het gerecht bestaat dan ook uit 3 soorten vleesgerechten die op een hete steen worden geserveerd. De vleessoorten zijn beef, struisvogel en alpalca (één van de lamasoorten). Men serveert hier het beste stukje vlees van de alpalca. Het is mals en erg lekker.

Dag 7 Arequipa (woensdag 3 mei)
Voor vandaag hebben we een toertje geboekt naar de buitenwijken van Arequipa. De trip wordt georganiseerd door een locale Peruaanse gids (die getrouwd is met een Nederlandse). Als eerste bezoeken we de plaatselijke markt in Arequipa. Deze stalen, overdekte markt is ontworpen door Eifel (ja, van die toren in Parijs). Binnen zijn vele tientallen stalletjes die hun waren torenhoog opgestapeld hebben. De markt is onderverdeeld in diverse categorieën. Als eerste lopen we langs de afdeling confectie, waar kleurrijke sjaals, kleden en talrijke hoofddeksel te koop worden aangeboden. De meeste vrouwelijke verkopers zijn al even kleurrijk gekleed. Via de vleesmarkt waar halve koeien, geiten en alle ingewanden uitgestald liggen, komen we bij één van de uitgangen. Hier worden honden, katjes en cavia's verkocht. Deze laatste worden in Peru niet alleen als huisdier gehouden, maar ook geconsumeerd. Op de vleesmarkt hangen ook gedroogde kikkers. Hier schijnen volgens de Peruaanse gids vele soorten mineralen in te zitten. Op de eerste verdieping is de bloemenmarkt. In Peru worden bloemen niet als geschenk gegeven of op de salontafel neergezet. Bloemen worden hoofdzakelijk gebruikt bij begrafenissen. Op de bloemenmarkt worden dan ook uitsluitend grote grafboeketten opgemaakt. Bij de uitgang wandelen over de heksenmarkt. Hier worden allerlei kruiden en bijzondere dingen verkocht die gebruikt worden door de Sjamanen (medicijnmannen). Zo worden er Lamafoetussen verkocht (met een gebreid hoedje op). In het restaurant staat een bord soep waar een schedel in drijft. Navraag leert dat men hier heerlijke schapenschedelsoep eet.
   

De gids geeft veel achtergrondinformatie over het leven in Peru. Peruaanse families zijn nauw verbonden met elkaar. De huishoudens bestaan vaak uit ouders, kinderen en grootouders. Bij de meeste families zorgen de werkende gezinsleden voor de ouderen in hun familie. Volgens de traditie is het familieleven van Spaanse mestizo’s (half Inca, half Spaans) getypeerd door sterke mannelijke gezag. De mannen regelen het familieleven. De vrouwen organiseren het huishouden. Aangezien een eigen huis niet makkelijk te verkrijgen en te onderhouden is, trekt bij een huwelijk van een zoon de schoondochter in bij het gezin. De vrouwen blijven enkele jaren inwonen. Na een aantal jaren verhuist het gezin (als er nog geen eigen woning is) naar de ouders van de vrouw. Hierdoor wonen er vaak veel mensen in de kleine huisjes.

Als we het centrum van de stad verlaten komen we al snel in de eerste buitenwijken van Arequipa. Hier woont de middenklasse in eenvoudige stenen huisjes voorzien van water en elektriciteit. Al snel wordt het landschap droger en de huisjes armoediger. Hier hebben de immigranten uit het Andes-gebergte zich gevestigd in de hoop op een goede baan in de grote stad. In de stoffige woestijn claimen deze mensen een stukje grond (dat eigendom is van de regering) door er een simpel hutje op te bouwen. Als men 2 jaar op dit stukje grond woont, heeft men aangetoond dat men zich hier daadwerkelijk wil vestigen. Van de regering krijgen ze de grond dan kado en een brief waarmee ze een lening kunnen afsluiten. Met hulp van de regering en de bank wordt de eerste verdieping van een stenen huis gebouwd. Als men 8 jaar lang maandelijks de lening terugbetaald heeft, worden de laatste 2 jaar van de lening kwijtgescholden. Hierna kan men zelf gaan sparen om het huis eventueel uit te breiden met een tweede verdieping. Dit is dan ook de redenen dat bijna alle huizen nog maar één verdieping hebben waar de betonijzers voor de 2de verdieping uit steken. In de eerste 4 jaar van Futsimorie ambtstermijn heeft hij veel goede zaken geregeld voor de arme bevolking, zoals het beschikbaar stellen van land en geld voor de bouw van huizen. Ook kregen de kinderen recht op onderwijs en gezondheidszorg. Verder heeft hij enkele grote projecten gestart om middels irregratiekanalen droge grond geschikt te maken voor het verbouwen van gewassen. Hij blijkt dit wel gefinancierd te hebben door drugs te verkopen aan het buitenland.

De gelukkige mensen die een baan hebben gevonden in de stad, reizen elke ochtend vroeg met busjes of met de fiets naar de stad. De mensen op de fiets kunnen bergafwaarts de stad bereiken. 's Avonds is men na een dag hard werken erg moe en niet in staat om met de fiets de berg op te fietsen. Ze laden de fietsen op de bus om zo naar hun schamele huisjes terug te reizen. De meeste buitenwijken hebben geen elektriciteit. Water wordt wekelijks met vrachtwagens aangevoerd. Men dient het water per cilinder te kopen en dus heel de week op rantsoen te gebruiken.

In één van de armste buitenwijken bezoeken we een kindercrèche die middels hulp van een hulporganisatie tot stand is gekomen. In de crèche worden kinderen vanaf een half jaar tot 4 jaar opgevangen. De kinderen worden door de werkende ouders één of meerdere dagen naar de crèche gebracht. Er werken meerdere opvangmoeders in de crèche die elkaar afwisselen. De ouders betalen een kleine bijdrage voor de opvang of werken zelf in de crèche om de kosten te dekken.


In dezelfde wijk is een gaarkeuken. Hier wordt dagelijks voor de allerarmsten een lunch gekookt. Oudere mensen, gehandicapten en mensen zonder werk kunnen hier voor 1 a 2 sol (circa 25-50 Eurocent) dagelijks een meergangen menu te eten krijgen. Dit zijn natuurlijk geen uitgebreide maaltijden. Het menu bestaat uit soep en een hoofdgerecht. Het geld wat voor de maaltijden wordt geïnd wordt de volgende dag weer gebruikt voor de inkopen van de ingrediënten. Binnen 15 dagen wordt er nooit hetzelfde gerecht klaargemaakt. De mensen die in de gaarkeukens werken, krijgen geen geld maar ontvangen etensbonnen om later in de gaarkeuken te eten. De organisatie is goed opgezet. Aan de muur zien we op een lijst dat er behalve een directeur, waarnemend directeur, secretaris ook een magazijnmeester is aangesteld, ter bewaking van de ingrediënten. De gaarkeuken voorziet in een grote behoefte en wordt op deze manier tegen weinig kosten operationeel gehouden.

Tegen de heuvels aan zijn de armoedigste huizen gebouwd. Hier wonen de nieuwe immigranten die vanuit de Andes hun geluk komen beproeven. De gids durft het niet aan om ons hier rond te leiden. De meeste mensen hebben namelijk geen werk en de verleiding tot crimineel gedrag zou wel erg groot worden als wij daar als rijke toeristen zouden gaan rondwandelen.

We stoppen op een hele grote begraafplaats waar diverse soorten graven zijn te vinden. We zien graven met alleen een kruis (van de allerarmsten) tot graven waarop hele huisjes zijn gebouwd. Ook zijn er diverse muurgraven waarin de doden naast en boven elkaar in een nis worden bijgezet. Op de meesten graven staat alleen een overlijdensdatum. Op graven waarop wel geboortedata staan, blijkt dat er opvallend veel kinderen en jonge mensen zijn begraven.

Net buiten de slopenwijken brengen we nog een bezoek aan een steengroeve. Hier wordt de witte lavasteen op zeer primitieve manier gewonnen. Door ijzeren wiggen in een grote rotsblok te slaan, wordt er een gedeelte van de rotswand afgeslagen. Hierna wordt met de hand, met een aandrijfas van een auto, de steen op maat gehamerd. Een arbeider kan per dag ongeveer 8 stenen maken die per stuk 0,60 solcent (1 sol = 25 eurocent) opleveren. Per dag verdient een arbeider voor dit zware en vieze werk dus 4 sol (1,25 euro). De meeste arbeiders worden niet oud vanwege het zware werk in deze warme en stoffige omgeving. Daar komt nog bij dat er door de steengroeve een beekje loopt die rechtstreeks uit een leermakerij komt. In dit fabriekje wordt met chemicaliën gewerkt om het leer te looien. Het afvalwater stinkt een uur in de wind.

De optionele excursie was erg interessant waarbij we een blik hebben kunnen werpen in het harde leven van de arme Peruanen.

 

Fotoserie 06 naar Arequipa
Fotoserie 07 Arequipa centrum
Fotoserie 08 sloppenwijken
Index pagina alle foto's Peru


Terug naar laatste nieuws
Volgende verslag