Na enkele uurtjes te hebben gereden is er een stop bij een theehuis. Hier is de splitsing naar Puno of naar Chivay (richting de Colca Canyon). Bij het theehuisje staan verkoopsters in traditionele kleding. De kleine kinderen zijn ook erg kleurrijk gekleed en hebben veelal een kleine lama of geitje in hun armpjes om tegen betaling op de foto te gaan. Voor 1 sol (circa 25 Eurocent) mag je foto's maken. Hoewel we normaal niet willen betalen voor het fotograferen van mensen, schieten we nu toch tientallen foto's tegen betaling. |
Na nog een snel bezoek aan het toilet en een kopje cocathee, vertrekt de bus en wordt de reis vervolgd over een weg die alleen nog uit stoffig grind bestaat. Geert heeft zakjes Cocabladeren gekocht. In Peru kauwen veel mensen op deze stimulerende bladeren. Het geeft een licht verdovend gevoel in je mond en het schijnt te helpen tegen hoogteziekte en tegen de honger. In de bus deelt Geert de bladeren uit. Als we de gezichten van de groepsleden zien die op de bladeren kauwen, bedanken wij voor deze lekkernij. | ||
Vandaag passeren we het hoogste punt van de reis een pas van 4.920 meter. Bijna iedereen heeft hoofdpijn en/of is duizelig. Als we op de pas uitstappen, voelen we direct wat het snelle stijgen met je lichaam kan doen. Na enkele passen ben je al buiten adem en licht in je hoofd. Het uitzicht valt een beetje tegen aangezien het bewolkt is. We zijn blij als we weer in de bus zitten en enkele honderden meters dalen. Op de laatste pas voor Chivay wordt er nog gestopt om te genieten van het wijdse uitzicht op de mooie vallei. Ook hier weer de kenmerkende toeristenstalletjes waar kleurrijke kleden, truien, sierraden en keramiek wordt verkocht. Leo heeft alleen maar oog voor de kleine fotogenieke kinderen. De kinderen zijn gekleed in prachtige kleding en hebben kleine lama's bij zich.
|
Leo krijgt -
net als in Tibet - weer last van hoogteziekte. Enorme hoofdpijn en misselijkheid.
Als we om 13.30 uur aankomen in Chivay voor de lunch, krijgt Leo geen hap
door zijn keel en besluit buiten in de frisse lucht te gaan zitten. Het
is vanuit Chivay nog 30 minuutjes rijden tot aan Coporaque. Leo valt
in de bus in slaap en wordt bij het hotel wakker. Bij aankomst in het hotel
blijkt hij alweer redelijk opgeknapt. De misselijkheid is weg, maar de hoofdpijn
is gebleven. De meeste groepsleden besluiten voor het eten een uurtje naar
bed te gaan. Als we net in bed liggen, horen we enkele klappen onweer en
het schijnt ook geregend te hebben. Het eerste buitje van de reis! Bij het
buffetdiner blijken diverse reisgenoten afwezig. Ze zijn bevangen door de
hoogteziekte. Een enkeling krijgt zelfs enkele teugen zuurstof toegediend. |
We overnachten volgens de reisbeschrijving in een eenvoudig maar zeer sfeervolle accommodatie in een klein dorpje, ver van de bewoonde wereld. Bij aankomst blijkt niets minder waar te zijn. La Casa de Mamayacchi is vernoemd naar een Inca princes. Coporaque is een boerendorpje in de Colca vallei, waar de tijd heeft stilgestaan: de mensen wonen in primitieve huisjes. 's Avonds keren de kuddes koeien en schapen huiswaarts en ze lopen door de stoffige straten naar de primitieve stallen. Het mooie resort is werkelijk schitterend gelegen met een wijds uitzicht over een diep dal met in de verte besneewde bergtoppen. In de tuin loopt een kleine lama. Helaas hebben wij vanuit de kamer geen uitzicht op het dal. De kamers zijn voorzien van kachel die door een jongen van het hotel wordt aangestoken. Wij besluiten de kachel uit te laten. De dikke lamadekens geven ons vannacht voldoende warmte. 's Nachts worden we regelmatig wakker met een versnelde hartslag en moeten we even nadenken bij het ademhalen. Het lijkt allemaal niet meer vanzelf te gaan. |
|
|